uitstapjes

Mijn oom een tante zijn afgelopen week ook aangekomen in Gambia. Dit gaf mij een mooie gelegenheid oom iets meer van het land te zien. Afgelopen donderdag hebben we een tour gemaakt waarbij we verschillende plekken hebben bezocht.

Als eerste zijn we naar de grote markt gegaan van Gambia. De plaats heet Serrekunda en de overal zijn kleine paadjes waar tientallen kraampjes staan waar ze spullen verkopen. Ook de ‘’verse’’ vis ligt hier in de zon om verkocht te worden met honderden vliegen erop, maar daar kunnen de mensen hier wel tegen. Dat al deze mensen hun winkel staande kunnen houden is eigenlijk niet te geloven, want iedereen verkoopt precies hetzelfde.

Vervolgens door gereden naar Bakau. Hier ligt een crocodile pool. Een erg kleine plas water, maar met meer als honderd krokodillen erin. Ook liggen er genoeg krokodillen op de kant die je even kan aaien.

Daarna verder naar een andere markt de veemarkt. Een hele grote ommuurde plek waar verschillende boeren hun volgroeide vee tentoonstellen, en hopen op een koper. Aangezien de mensen vaak ver van deze markt wonen, en vervoer relatief duur is overnachten de boeren hier vaak totdat al hun vee verkocht is.

De eerste uren van de ochtend waren voorbij en het werd tijd voor koffie. Dus doorgereden naar lamin lodge, Hier kregen we een lekker kopje koffie met wat oliebollen. We waren echter niet de enige die dat wel lekker vonden. Een klein aapje komt met een vaart over de tafel gehold en neemt een oliebol mee en gaat die ietsjes verder opeten. Hebben we tenminste ook een aap gezien. Verder is lamin lodge een mangrove waar heel veel oesters zitten, deze worden dan ook hier gevangen en klaargemaakt voor de verkoop.

Vanuit hier gingen we richting strand om te lunchen, en even te relaxen. Onderweg kwamen we door kleine dorpjes waar de mensen leven zoals de meeste mensen hier leven. Kleine slaapkamers met alleen een matras erin. Geen stromend water of elektriciteit. En de douche en wc zijn een gat in de grond en een emmer water.

Vervolgens de lunch en even bijkomen op het strand om dan door te gaan naar Tujering waar de visafslag zich bevindt. Hier wordt het grootste gedeelte van de vis in Gambia gevangen en verwerkt. En ook hier is een sterke maag wel gewenst. Het stinkt er enorm overal vliegen op de vis, die gewoon in kruiwagens wordt rondgereden. En dan te bedenken dat de vis die in het restaurant op je bord ligt hoogstwaarschijnlijk ook hier vandaan komt is niet heel prettig. Maar ik zal er geen vis minder door eten. Dit was ook het einde van deze mooie tour en werden weer netjes thuis afgezet.


Na de super trip van donderdag hadden we zaterdag ook nog een trip op het programma. Namelijk met de boot vanuit de hoofdstad Banjul naar Juffure en James Island (in 2011 hernoemd tot kunta kinteh island). Een enkele reis duurde iets langer als 2 uur, en met de zon aan de hemel voelde het als een mooie zomerse zaterdag. Lekker varen met dolfijnen, want die kwamen we ook tegen op de heenvaart.

Eenmaal daar zijn we eerst van boort gegaan om Juffure te bekijken. Dit is het dorp waar de familie Kinteh nog steeds woont. Kunta Kinteh was een Afrikaanse man die in de slaventijd werd gevangen en in Amerika als slaaf moest werken. Zijn verhaal is bewaard gebleven en verschillende films en miniseries zijn gemaakt over het leven van Kunta Kinteh.

Vervolgens nog naar James Island. Dit is een klein eiland waar de overblijfselen van een fort staan. Hier werden alle slaven eerst naar toe gebracht voordat ze de grote oversteek maakte naar de Nieuwe wereld. Heel indrukwekkend om te zien hoe miserabel deze mensen in die tijd hebben moeten leven.

Vervolgens terug naar de grotere boot om weer naar Banjul te varen. Echter zat het getij niet helemaal mee. Het bootje waar we mee aan waren gekomen lag vast. Na wat gestunt van de crew konden we dan toch weer terug.